Variabel Pensioen te spannend? Combineer het met een vast pensioen

Twijfel je over een variabel pensioen omdat je eigenlijk niet te veel risico wil lopen met je pensioenuitkering? Dan is het goed om te weten dat je variabel pensioen op basis van van beleggen kunt combineren met een vast pensioen. En dat kan in één product. Zo heb je een mooie combinatie tussen meer pensioen op basis van beleggen en een vast en zeker pensioen.
Hier kun je meer lezen wanneer variabel pensioen wel of niet geschikt voor je is.

variabel pensioen

Sinds een paar jaar is het mogelijk om te kiezen voor een vast of een variabel pensioen. Bij een vast pensioen wordt je hele pensioenkapitaal in één keer omgezet in een vaste uitkering voor de rest van je leven. Deze pensioenvorm geeft zekerheid. De uitkering kan nooit lager worden. De rest van je leven blijft de uitkering gelijk. Maar helaas is er op dit moment nog een andere zekerheid en dat is de zekerheid dat je op het slechtste moment ooit je pensioen hebt aangekocht tegen de laagste rente ooit. Je krijgt dus een lage uitkering

Variabel pensioen als alternatief voor vast pensioen

Het alternatief is een variabel pensioen, ook wel genoemd pensioen doorbeleggen. Hierbij wordt er alleen voor het eerste jaar een uitkering bepaalt. Na een jaar wordt er gekeken hoeveel rendement er is gemaakt op je beleggen en wat de nieuwe uitkering gaat worden. Je uitkering kan omhoog maar ook omlaag gaan. De startuitkering van een variabel pensioen kan wel 25% per jaar hoger zijn dan bij een vast pensioen. Een variabel pensioen kan honderden euro’s meer pensioen per maand opleveren. Maar als het rendement tegenvalt, kan het pensioen ook lager worden. In het slechtste scenario zelfs lager dan bij een vast pensioen.

Wil je weten hoe groot de verschillen zijn tussen vast en variabel pensioen vergelijk dan alle pensioenuitkeringen op moneywise.nl.

Welke verzekeraars bieden een combinatie vast en Variabel Pensioen?

Er zijn op dit moment 5 verzekeraars die een variabel pensioen aanbieden: Aegon, ABN AMRO, ASR, Allianz en Nationale Nederlanden.
Bij Allianz en Nationale Nederlanden is het mogelijk om een deel van het pensioenkapitaal vast te zetten en een deel te laten uitkeren op basis van beleggen. Dat is een interessante optie als je aan de ene kant een hogere pensioenuitkering maar tegelijkertijd meer zekerheid over je pensioenuitkering wil. Het mag duidelijk zijn dat hoe minder er belegd wordt, hoe zekerder de pensioenuitkering wordt. Een eenmaal gekozen verhouding kan niet meer aangepast worden.

Het variabele pensioen van Allianz

Bij Allianz kun je zelf bepalen hoe je het pensioenkapitaal wil verdelen tussen vast en variabel. Allianz heeft de volgende varianten:

  • 100% beleggen
  • 75% beleggen en 25% vast
  • 50% beleggen en 50% vast
  • 25% beleggen en 75% vast

Het variabele pensioen van Nationale Nederlanden

Bij Nationale Nederlanden is er altijd een deel dat verplicht in vast pensioen wordt gestald. NN kent de volgende varianten:

  • 60% beleggen en 40% vast
  • 45% beleggen en 55% vast
  • 30% beleggen en 70% vast
  • 15% beleggen en 85% vastNationale Nederlanden kiest bewust voor een verplichte combinatie van vast pensioen en variabel pensioen.

Het voordeel van een combinatie tussen vast en variabel pensioen

  • Je kunt uw pensioen afstemmen op uw persoonlijke wensen en situatie.
  • Je kunt zelf kiezen hoeveel zekerheid of risico u wilt lopen.
  • Je krijgt één uitkering van één verzekeraar.
  • Je betaalt maar één keer poliskosten.

    Wil je alles weten over variabel pensioen?

Download dan onze gratis Ebook over variabel pensioen. Of bel gewoon en stel je vraag telefonisch: 085 7607600. We helpen je graag!

Hoe wordt de uitkering van een variabel pensioen bepaald?

Als u nu een vrijvallende pensioenpolis heeft waar u een levenslange pensioenuitkering voor aan moet kopen, heeft u last van de lage rekenrente. Door die lage rente is uw levenslange uitkering laag. Als u kiest voor een variabel pensioen is de uitkering een stuk hoger, maar wordt de uitkering wel ieder jaar aangepast. In dit artikel legen we uit hoe uw jaarlijkse pensioen wordt aangepast.

variabel pensioen

Bij een variabel pensioen start u met een hogere uitkering dan bij een vast pensioen. Dat komt omdat een vast pensioen wordt gebaseerd op de rekenrente. Die rekenrente op het moment van afsluiten bepaalt de hoogte van het pensioen voor de rest van uw leven.

Bij een variabel pensioen is de hoogte van uw uitkering afhankelijk van uw beleggingen. Ieder jaar bepaalt de verzekeraar de hoogte van uw pensioenuitkering voor het volgende jaar. Maar uw uitkering is afhankelijk van meer variabelen.

De hoogte van uw jaarlijkse pensioenuitkering is afhankelijk van de volgende factoren:

– Het dalingspercentage
– Het behaalde beleggingsrendement
– De rekenrente op dat moment
– De levensverwachting
– De levenbonus
– De kosten
– De spreiding door de jaren

Ingewikkelde berekening

De jaarlijkse berekening van uw variabele pensioen is ingewikkelder dan menigeen denkt. Het rendement is belangrijk maar er zijn dus veel meer factoren waar de verzekeraars mee rekenen. Het is voor u als consument en voor adviseurs niet exact na te rekenen. Een aantal van de hierboven genoemde factoren zijn niet inzichtelijk. Zo heeft iedere verzekeraar zijn eigen mening over de levensverwachting. Ook de levenbonus verschilt per verzekeraar. Verder heeft iedere verzekeraar een andere kostenstructuur en uiteraard verschilt het rendement per verzekeraar.

Streng toezicht door AFM en  DNB

Het is goed om te weten dat de AFM en DNB als toezichthouders erg streng zijn en deze producten goed controleren. Het is eigenlijk voor het eerst dat de toezichthouders zo meekijken en invloed hebben op de ontwikkeling van een pensioenproduct. Dat is een goede zaak, want het gaat hier om een levenslang pensioen waarbij je als consument op moet kunnen vertrouwen op de berekeningen en het product.

Hoe wordt de uitkering van variabel pensioen nu precies bepaald?

De jaarlijkse uitkering is afhankelijk van de eerder genoemde factoren.
We adviseren u om de tekst hieronder goed door te lezen. Zo krijgt u een goed beeld van de werkwijze van het variabele pensioen en de berekening van uw jaarlijkse pensioenuitkering.

Het dalingspercentage bij een variabel pensioen

In de offertes van verzekeraars komt u de term dalingspercentage of dalend pensioen tegen. Het is goed om dat als eerste uit te leggen.
De uitkering van een variabel pensioen is hoger dan van een vast pensioen. Er wordt gerekend met een fictief verhoogde rekenrente om u een hogere uitkering te kunnen geven. Die verhoging verschilt per verzekeraar en ligt tussen de 1,3% en 2%. Een verzekeraar mag binnen een bandbreedte zelf bepalen met welk percentage uw pensioenuitkering wordt verhoogd.
Men noemt dat het dalingspercentage. Een hoger dalingspercentage zorgt voor een hogere startuitkering maar kan ook een groter risico met zich mee brengen dat het rendement in de praktijk niet gehaald wordt waardoor de uitkering daalt Maar omdat uw pensioenkapitaal belegd wordt, is de verwachting dat er voldoende rendement gemaakt wordt om die hogere uitkering wel vol te houden.

Beleggingsrendement

Eén van de meest gestelde vragen is: Met welk rendement wordt er gerekend?
De verzekeraars die variabel pensioen aanbieden mogen niet zelf bepalen met welke prognoserendementen ze dit uitrekenen.
De Nederlandsche Bank schrijft voor dat verzekeraars gebruik moeten maken van het Uniform Reken Scenario. Afhankelijk van de fondsen waarin men belegt, moet men verplicht rekenen met voorgeschreven rendementen. Dit scenario bestaat uit 2.000 berekeningen en wordt door DNB regelmatig aangepast om actueel te blijven.
Het mag duidelijk zijn dat hoe meer rendement een verzekeraar maakt, hoe hoger uw uitkering gaat worden. Maar om een hoger rendement te halen moet men risicovoller beleggen.

Bij de variabel pensioenproducten heeft u zelf geen invloed op de beleggingen. De verzekeraar bepaalt waarin belegd wordt. Dat is bij wet bepaald. U heeft wel invloed op het risico dat uw wilt lopen. Dat doet u door goed te kijken naar de producten. U krijgt een goede indicatie van het risico dat u loopt met de door de AFM ontwikkelde risicometer. Hoe meer de verzekeraar belegt, in aandelen, hoe hoger uw pensioen kan zijn maar ook hoe hoger uw risico is. Dit wordt weergegeven in een goed weer, verwacht weer en slecht weer scenario.

Rekenrente

Anders dan u wellicht verwacht, heeft de rekenrente wel invloed op de hoogte van uw jaarlijkse pensioenuitkering. De verzekeraar is namelijk verplicht om ieder jaar uw uitkering op nieuw te berekenen. Daarbij gaat men uit van de rekenrente van dat moment. Daarbovenop komt het dalingspercentage. Samen is dat dus de verhoogde rekenrente. Op basis van de verhoogde rekenrente en het pensioenkapitaal van dat moment wordt de nieuwe uitkering voor dat jaar berekend.
Als de rekenrente daalt, kan uw uitkering ook dalen. Ook als u een positief beleggingsresultaat heeft behaald op uw pensioenkapitaal. Als de rekenrente stijgt, is dat goed nieuws voor de hoogte van uw uitkering.

Levensverwachting

Als we allemaal ouder worden dan moet ons pensioen langer uitgekeerd worden. Stijgt de levensverwachting dan heeft dat negatieve invloed op de uitkering. Maar de gemiddelde leeftijd stijgt heel langzaam en in kleine stapjes. Een stijging van de levensverwachting betekent in de meeste gevallen enkele euro’s verschil in de bruto maanduitkering.

Levenbonus

Als een verzekerde van een pensioenpolis overlijdt dan vervalt het pensioenkapitaal aan de verzekeraar. Hierdoor kunnen verzekeraars waarde toevoegen aan de polissen van klanten die nog wel in leven zijn. Hou ouder u wordt, des te hoger die levensbonus zal worden.

De kosten

Om uw pensioenuitkering levenslang uit te voeren moet de verzekeraar ook de jaarlijkse kosten (administratie- en beleggingskosten ) terugverdienen als rendement op de beleggingen. De beleggingskosten en administratiekosten liggen onder een half procent per jaar en vallen in dat opzicht dus mee.

Spreiding over meerdere jaren

Een aantal verzekeraars hebben in hun variabel pensioen een spreiding opgenomen. Dat wil zeggen dat de jaarlijkse verandering in beleggingsrendement, rente en sterfteresultaat over 3 of 4 jaar uitgesmeerd wordt. Daardoor wordt het effect van jaarlijkse schokken in deze factoren op de hoogte van uw pensioen beperkt en houdt u een stabielere uitkering.

Voorbeeld jaarlijkse herrekening uitkering

Erik heeft een pensioenkapitaal van € 100.000 en start op 1 januari 2000.
De uitkering voor het eerste jaar bedraagt € 500 per maand.

Op 1 januari van het volgende jaar wordt zijn variabele pensioenuitkering weer opnieuw berekend. Het verhaal ziet er als volgt uit:

voorbeeld pensioen

Erik heeft dus 12 maanden lang € 500 per maand ontvangen en door het goede rendement is na 1 jaar zijn pensioenkapitaal hoger dan toen hij begon. Er zit € 3.100 meer in zijn polis.

Meer pensioenkapitaal maar toch een lagere pensioenuitkering

Erik ontvangt van de verzekeraar een opgave van zijn nieuwe maandbedrag voor het komende jaar. Zijn uitkering wordt echter verlaagd van € 500 per maand naar € 490 per maand.
Verbaasd vraagt hij om meer informatie over deze berekening. Er is meer pensioenkapitaal, dan moet de uitkering toch omhoog gaan?
Wat blijkt: De rekenrente is op 01-01-2021 lager dan op 01-01-2020.

Lagere rekenrente

Op 01-01-2020 kon Erik met € 100.000 pensioenkapitaal een uitkering aankopen van € 500 per maand. Die was gebaseerd op een rekenrente van  0,2%. en het dalingspercentage van 1,5%.
Op 01-01-2021 is de rekenrente lager. Sterker nog hij is negatief: -0,3%. Ondanks dat de verzekeraar zijn rekenrente ook in 2021 verhoogt met het dalingspercentage van 1,5%  kan Erik toch met € 103.100 in 2021 iets minder pensioen aankopen, namelijk € 490 per maand.

Hogere rekenrente: meer pensioen

Als de rekenrente omhoog was gegaan had Erik het voordeel van én een hogere rekenrente én meer pensioenkapitaal. In dat geval zou zijn uitkering waarschijnlijk flink omhoog zijn gegaan.
Aangezien de rente nu laag staat, is er de komende jaren dus een kans dat de rente stijgt en Erik gaat profiteren van een hoger variabel pensioen.

Hoe werkt een overbruggingshypotheek?

Hoe kun je gebruik maken van de overwaarde van je eigen huis als deze nog niet verkocht is. Kun je dan een overbruggingshypotheek krijgen? In dit artikel lees je hoe je gebruik kunt maken van de overwaarde en welke spelregels er gelden. Het is ingewikkelder dan je denkt.

overbruggingshypotheek

De spelregels van een overbruggingshypotheek

Soms ziet het rekensommetje voor de koop van een nieuwe woning er op een papier heel simpel uit. Ik zal een voorbeeld geven.

Erik heeft een huis dat hij kan verkopen voor rond de € 500.000. Daar zit een hypotheek op van € 350.000. Erik heeft dus een overwaarde van
€ 150.000.
Erik wil een nieuwbouwhuis kopen. De totale bouwkosten zijn € 600.000. Met de overwaarde van € 150.000 heeft hij dus een hypotheek van € 450.000 nodig. Op zijn inkomen kan hij dat lenen. Daarnaast heeft Erik € 25.000 spaargeld. Dus hij kan de notariskosten en advieskosten uit eigen zak betalen. Omdat het nieuwbouw is, hoeft hij geen overdrachtsbelasting te betalen. Op papier lijkt deze hypotheek dus mogelijk.

Nu de praktijk:
Erik moet zijn woning nog verkopen. Omdat de nieuwbouwwoning pas over 14 maanden klaar is, staat zijn huis nog niet in de verkoop. Omdat de verkoopwaarde nu nog bekend is, zal de bank voorzichtig zijn met het verstrekken van een overbruggingshypotheek. De bank rekent voor het bepalen van de overwaarde niet met een verwachte verkoopprijs van € 500.000 maar 90% van dat bedrag. Dus € 450.000. Daar gaat Erik zijn lopende hypotheek  van € 350.000 vanaf. De overbruggingshypotheek die Erik kan krijgen is dus geen € 150.000 maar € 100.000.

Eigen middelen voor dubbele woonlasten

Daarnaast heeft Erik gedurende de bouw van zijn huis 2 hypotheken. Die van zijn bestaande woning en die van zijn nieuwebouwwoning. De maandlasten van zijn nieuwbouwhypotheek zijn in het begin nog niet zo hoog. Maar iedere keer als het huis verder wordt afgebouwd en de aannemer betaald moet worden stijgt de maandlast daarvan. In de laatste paar maanden dat het huis bijna af is moet Erik dus beide maandlasten kunnen betalen. En dat kan niet op basis van zijn inkomen. Dus wil de ban k zien dat er voldoende spaargeld is om dat te kunnen. Laten we zeggen dat er € 15.000 nodig is voor de dubbele woonlasten.

Nu ontstaat er een probleem: want Erik komt al € 50.000 te kort aan overwaarde. Dat geld komt natuurlijk wel, maar pas als Erik zijn huis daadwerkelijk verkocht heeft bij de notaris maar dat is pas nadat zijn nieuwbouwhuis klaar is. En Erik moet ook € 15.000 spaargeld over hebben voor dubbele woonlasten. Dat geld moet gewoon voor het verkrijgen van de bindende hypotheekofferte aantoonbaar aanwezig zijn. Anders geeft de bank geen bindende offerte af!

Erik heeft een mooi bedrag aan spaargeld: €25.000. Daar gaat ongeveer € 3.000 vanaf voor notaris en advies. Hij kan dus maar € 22.000 aantonen. Terwijl hij € 50.000 plus € 15.000 is € 65.000 aan spaargeld aan moet tonen. Dat heeft hij niet en de bank zal deze hypotheek dus niet goedkeuren.

Er zijn oplossingen:
Gelukkig schakelt Erik een hypotheekadviseur van Moneywise in. Die zorgt voor een passende oplossing. De hypotheek wordt door Moneywise geoptimaliseerd. Erik kan nu een meer lenen. Tegelijkertijd zorgen we voor een extra bouwrentedepot waar de rente van de nieuwbouwwoning uit betaald wordt. Op die manier heeft Erik geen dubbele woonlasten voor de te betalen rente tijdens de bouw. Hij hoeft dus ook geen extra eigen geld nodig om aan te tonen voor dubbele woonlasten.
Erik begint nu met een hogere hypotheek dan hij in eerste instantie bedacht had. Maar zodra hij zijn eigen huis echt verkocht heeft, kan hij dat geld gebruiken om de nieuwe hypotheek te verlagen.
Op die manier heeft hij het probleem van eigen geld, overbruggingshypotheek en dubbele woonlasten opgelost.

Het is maar een voorbeeld, maar wel een voorbeeld zoals we het vaak tegenkomen. Klanten die op papier ‘goed zijn voor hun geld’ maar waarbij we door de regeltjes van banken nog wel eens hard moeten werken om de zaak rond te krijgen.
Maar dat is waar je een hypotheekadviseur van Moneywise voor inhuurt. We weten wat kan en wat niet kan, we zoeken naar goede oplossingen die passen in jouw situatie. en we weten bij welke banken we terecht kunnen voor dit soort gevallen. Banken hebben namelijk allemaal eigen spelregels, zo zijn er banken waar je meer kan lenen dan voor een overbruggingshypotheek maar er zijn ook banken die geen overbruggingshypotheek aanbieden als je huis nog niet is verkocht. We weten bij welke bank je meer en minder kan lenen en we weten hoe banken omgaan met het aantonen van dubbele woonlasten. al die zaken samen bepalen of een hypotheek soms wel of niet door kan gaan.

Wanneer is een variabel pensioen geschikt voor mij?

Als u kiest voor een variabel pensioen ,heeft u net als bij een normale pensioenuitkering een levenslange pensioenuitkering. Maar de hoogte van de uitkering kan wel ieder jaar veranderen. De hoogte van uw pensioen uitkering is namelijk afhankelijk van het rendement dat u maakt op de beleggingen. Daarmee is een variabele pensioen niet voor iedereen geschikt.

In dit artikel leest u wanneer variabel pensioen wel of niet geschikt voor u is.
En als u wil weten hoe hoog de uitkering van een vast of variabel pensioen is dan kunt u dat op moneywise.nl berekenen en de offertes vergelijken en online aanvragen,

variabel pensioen

Variabel pensioen is geschikt voor u als:

    • U een hogere pensioenuitkering wenst. Maar u moet zich ook realiseren dat er een kans is dat de uitkering lager wordt.
    • U er geen probleem mee heeft als u iedere jaar een ander bedrag (hoger of lager) aan pensioenuitkering ontvangt.
    • U niet in de problemen komt als uw pensioenuitkering 1 of meerdere jaren lager is.
    • U heeft andere middelen om een eventueel lager pensioen op te vangen.
    • Uw partner ook een variabele pensioenuitkering wenst, mocht u komen te overlijden.

Variabel pensioen is niet geschikt voor u als

      • U geen wisselend pensioen inkomen wenst.
      • U slecht slaapt als aandelen beurzen dalen of stijgen.
      • U een vast pensioeninkomen nodig heeft voor uw levensonderhoud.

De hoogte van uw variabel pensioen wordt door een aantal factoren bepaald:

  • Het rendement op uw beleggingen.
  • De levensverwachting, als de gemiddelde levensverwachting stijgt moet er langer worden uitgekeerd waardoor pensioenuitkering lager worden.
  • Het sterfteresultaat. Jaarlijks wordt het pensioenkapitaal verhoogd met het pensioenkapitaal van overleden klanten.
  • De kosten van de verzekeraar en de beleggingskostenWilt u precies weten hoe de variabele pensioenuitkering ieder jaar bereikt worden dan kunt u het artikel over berekenen variabele uitkering lezen